“Het kan toch niet dat er iets in mijn hoofd zit dat me dood wil?!”.
Maxine* zat hooguit twintig minuten in mijn praktijk. Zestien jaar was ze. Het was niet de eerste praktijk die ze was binnengewandeld, en ik was al zeker niet de eerste hulpverlener die ze aandeed. Dat liet ze niet misverstaan tijdens onze eerste uitwisselingen, en dat ik dus maar beter wat meer achter de hand kon hebben dan psycho-peptalk.
“Je verslaving is er niet gewoon om je het leven wat zuur te maken,” zei ik. “Je verslaving is er om je te doden.” Dat kwam binnen. De koe die een koe genoemd werd.
Het is één van de meest bevrijdende zaken aan een leven leiden in spiritualiteit: ongekunstelde, recht-voor-de-raapheid. Dingen durven benoemen. Duisternis durven bekijken. Omdat je weet dat enkel zo duisternis ontbonden wordt. Niet door er metaforische doekjes om te winden, het weg te medicaliseren, te minimaliseren of uit te leggen.
Dat ik niet leek te verschieten; daar verschoot ze van. “Natuurlijk zit er een kracht in je die het niet goed met je voorheeft; en je tegenwoordig steeds dichter tegen de dood aanduwt. Daarom vind ik nog niet dat je gek bent. Mensen die geloven dat er geen duisternis in hen zit, of mensen die denken dat zij er immuun voor zijn, die vind ik pas gek.”
Het was bij Maxine begonnen als een eetstoornis, en van daar geëvolueerd naar zelfmutilatie en binge-drinking. Maar eigenlijk was het veel vroeger begonnen. Op het moment dat ze van kind naar jongvolwassene was gegroeid: van meisje naar meid. Op het moment dat ze samen met haar kindsheid gevraagd werd haar spiritualiteit, geloof en intuïtie los te laten, want dat het met die zaken een beetje is zoals met duimzuigen: schattig tot op een zekere leeftijd, maar daarna betaamt het toch niet echt meer.
En zo zijn wij, samen met haar, een godvergeten generatie geworden: de generatie die God vergeten is, vanuit welk standpunt je het ook bekijkt. De generatie die God ontgroeid is en uit het geloof geëmancipeerd. De generatie die zonder duimzuigen kan.
Tegelijk zijn we ook de generatie die het minste zin ziet in het leven – vertellen recente zelfmoordcijfers ons. De generatie die het meest en het jongst naar antidepressiva, Rilatine, slaappillen en andere verdovende middelen grijpt. De generatie die zich het eenzaamst en het meest gestresseerd voelt.
De koe een koe noemen, weet u wel.
En dus legde ik aan Maxine uit dat iedereen licht en duisternis in zich heeft; leven en dood, God en de duivel. Van dat laatste zag ik haar weer even schrikken. Zei ze nu net God en de duivel?! Uit beleefdheid liet ze de woorden maar vliegen.
Als God betekenisloos is geworden, waarom blijven we er ons dan in verslikken?
*fictieve naam